Behandelbare klachten Neurofeedback zijn a.o.:

Behandelbare klachten Neurofeedback

ADHD kinderen en volwassenen

Rondrennen, de aandacht ergens niet bij kunnen houden, niet luisteren: het hoort bij kinderen. Ook volwassenen kunnen zich soms moeilijk concentreren, maken slordigheidsfouten of zitten onrustig te schuiven tijdens een vergadering. Maar bij sommige kinderen en volwassenen overheerst het gebrek aan concentratie en rust. Ze hebben moeite het dagelijks leven te organiseren en te plannen. Schoolprestaties en werk lijden hier ernstig onder.

Ze hebben ook problemen in contacten met leeftijdgenoten en zijn thuis moeilijk hanteerbaar. Zulke kinderen en volwassenen lijden aan een aandachtstekortstoornis met hyperactviteit, vaak afgekort tot ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder, ook wel vertaald met Alle Dagen Heel Druk). Vroeger werd dit ook wel (niet helemaal juist) Minimal Brain Damage (MBD) genoemd.

Neurofeedback wordt succesvol toegepast bij kinderen en jongeren met gedrags- of leerproblemen zoals ADD, ADHD, dyslexie of dyscalculie, PDD-NOS, NLD, syndroom van Asperger, concentratie- en geheugenproblemen, slaapstoornissen, angstklachten, en mentale- of emotionele problemen.

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

ADD kinderen en volwassenen

Kinderen en jongeren met ADD hebben een probleem met het doorgeven van informatie tussen de verschillende hersencellen. Zij vertonen vaak passief gedrag en kunnen de aandacht niet vasthouden. Kinderen en jongeren met ADD hebben met name te maken met onderactiviteit (relatief te weinig bèta-activiteit) in de prefrontale cortex.

Volwassenen met ADD

Volwassenen met ADD kunnen een aantal problemen hebben, waarvan sommige direct veroorzaakt worden door ADD en andere door compenserend gedrag dat met ADD in verband wordt gebracht. Dit is vooral het geval bij volwassenen waarbij deze aandoening niet is gediagnosticeerd of behandeld.

Als je als volwassenen ADD hebt, zijn de volgende symptomen vaak aan de orde:

  • je bent makkelijk afgeleid.
  • je bent chaotisch en vergeetachtig.
  • je vertoont uitstelgedrag.
  • je komt chronisch te laat.
  • je bent chronisch verveeld.
  • je hebt last van angst of depressie.
  • je hebt een lage zelfwaardering.
  • je hebt veel stemmingswisselingen.
  • je bent rusteloos.
  • je hebt relatieproblemen
  • je bent verslaafd of hebt een overmatig middelengebruik.
  • je hebt problemen om een baan te vinden.

 

Neurofeedback is een geschikte, ontspannen en veilige manier om ADD te behandelen. Na een aantal sessies zijn er al opmerkelijke verbeteringen: je kunt je beter concentreren op je werk en ervaart meer rust en beheersing. Het helpt ook bij prestatieverbetering van het lichaam en de geest en het verhoogt het zelfbewustzijn en zelfvertrouwen. Je kunt na de behandeling meer bewust genieten van het leven.

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

Chronische pijn

Pijn is een subjectieve , persoonlijke, onaangename ervaring, waarop elk mens op zijn manier reageert. Er wordt onderscheid gemaakt tussen acute en chronische pijn. Acute pijn is kortdurend na een gebeurtenis, dat gevolgd wordt door een weefselbeschadiging en een waarschuwende functie heeft. Het lichaamsdeel dat pijn doet, kunnen we observeren.

Chronische pijn duurt langer dan zes weken en er is vaak geen duidelijke oorzaak aanwezig. Het is meer een toestand dan een gebeurtenis en we kunnen geen lichaamsdeel observeren dat pijn doet. Er zijn verschillende factoren die een rol kunnen spelen bij het ontstaan en in stand houden van de pijn. Aangeleerd gedrag kan een rol spelen. Angst voor het uitvoeren van activiteiten die met pijn gepaard gaan, kan worden geconditioneerd. Door deze verwachtingsangst kan de pijnsensatie versterkt worden. Verder worden bij patiënten met chronische pijn gezonde gedragingen niet meer bekrachtigd, maar juist gevolgd door negatieve consequenties, zoals het hebben van pijn. Hierdoor kan de passiviteit toenemen, waardoor de fysieke conditie afneemt. Daarnaast kan observationeel leren ook een rol spelen. Observatie van pijngedrag bij anderen kan aanleiding geven tot overeenkomstig pijngedrag. Tot slot kan ziektewinst ook een rol spelen.

Daarnaast kunnen cognitieve factoren een rol spelen. De betekenis die aan een pijnprikkel gegeven wordt, bepaalt de houding van ten aanzien van dit soort prikkels. Men kan bijvoorbeeld een waarneming (het kloppen van een hart) inbouwen in een verkeerd cognitief schema (het zijn hartkloppingen, het hart is niet in orde). Elke hartklopping wordt dan als een ziektesymptoom geïnterpreteerd, wat negatieve gevoelens oproept en een ziektegedrag afdwingt.

Neurofeedback helpt de hersenen anders op situaties te reageren, waardoor signalen weer goed worden doorgegeven. Deze therapie wordt steeds vaker toegepast bij o.a. mensen met chronische vermoeidheid en fibromyalgie. De therapie is bij deze klachten gericht op de volgende punten:

  • Verbetering van concentratie
  • Verbetering van het slaappatroon
  • Vermindering van pijn
  • Afname van moeheid
  • Afname van hoofdpijn
  • Afname geheugenproblemen
  • Afname angst- en depressieve klachten
Waarom Neurofeedback?, neurosupport

Migraine / Hoofdpijn

Migraine is meestal het duidelijkst gekenmerkt door een kloppende hoofdpijn. Deze migraine-hoofdpijn ontstaat door een reactie in de bloedvaten in het hoofd, als een gevolg van een tijdelijke vernauwing van de bloedvaten in het hoofd, gevolgd door een bloedvatverwijding. De pijn komt meestal aan één kant voor (vandaar de naam) maar kan dubbelzijdig optreden, en hoeft ook niet altijd aan dezelfde kant op te treden.

De hoofdpijn gaat geregeld gepaard met misselijkheid en overgeven. Mensen die aan migraine lijden kunnen dikwijls slecht tegen fel licht en geluid. Dikwijls komen in een familie meerdere migrainelijders voor. Over het algemeen komt er bij onderzoek na een aanval geen fysieke oorzaak aan het licht.

Migraine is meestal het duidelijkst gekenmerkt door een kloppende hoofdpijn. Deze migraine-hoofdpijn ontstaat door een reactie in de bloedvaten in het hoofd, als een gevolg van een tijdelijke vernauwing van de bloedvaten in het hoofd, gevolgd door een bloedvatverwijding. De pijn komt meestal aan één kant voor (vandaar de naam) maar kan dubbelzijdig optreden, en hoeft ook niet altijd aan dezelfde kant op te treden.

De hoofdpijn gaat geregeld gepaard met misselijkheid en overgeven. Mensen die aan migraine lijden kunnen dikwijls slecht tegen fel licht en geluid. Dikwijls komen in een familie meerdere migrainelijders voor. Over het algemeen komt er bij onderzoek na een aanval geen fysieke oorzaak aan het licht.

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

Fibromyalgie

Fibromyalgie is een chronische en pijnlijke aandoening van de aanhechtingsplaatsen van spieren en pezen aan de gewrichten (ook wel “weke-delenreuma” geheten).

Over fibromyalgie bestaan veel misverstanden. Om toch duidelijkheid te krijgen over het klachtenbeeld en een onderscheid te kunnen maken met andere (pijn)syndromen is het nodig om de belangrijkste kenmerken op een rijtje te zetten.

Fibromyalgie kenmerkt zich door:

Een diffuse pijn in de omgeving van de gewrichten, met name op de aanhechtingsplaatsen van de spieren aan de pezen. Bijna altijd klagen fibromyalgiepatiënten over stijfheid, met name ‘s ochtends (zo’n 1 a 2 uur) en na lange periodes staan, zitten of liggen in dezelfde houding. Vermoeidheid is ook een klacht die door veel fibromyalgiepatiënten wordt genoemd. Soms wordt de vermoeidheid zelfs als hinderlijker ervaren dan de pijnklachten. Eerder genoemde klachten nemen toe bij overbelasting; meestal nemen de klachten dan niet direct toe, maar vaak pas ‘s avonds of de volgende dag. De klachten nemen ook toe bij vocht, kou en vooral bij een combinatie van beide. Sommige patiënten noemen ook spanningen als een factor die de klachten doet toenemen. Bijna altijd worden ook slaapproblemen als klacht genoemd. Sommige onderzoekers zagen deze slaapproblemen zelfs een poosje als een mogelijke oorzaak van de fibromyalgie klachten. Ze hebben het slaappatroon van fibromyalgiepatiënten onderzocht met behulp van EEG-technieken en vonden een verstoring van het “diepe-slaap-stadium”. Ze ontdekten ook dat, als je bij gezonde proefpersonen dat slaapstadium experimenteel gaat verstoren, door bijvoorbeeld pieptoontjes te laten horen, dat deze proefpersonen dan klachten gaan ontwikkelen die lijken op fibromyalgie. Deze klachten verdwijnen echter weer wanneer ze de proefpersonen weer normaal lieten slapen. Bij fibromyalgiepatiënten verdwijnen de klachten niet, ook niet wanneer je met behulp van slaapmiddelen de kwaliteit van de diepe slaap verbetert. Tegenwoordig worden de slaapproblemen toch meer als gevolg van de pijnklachten dan als oorzaak gezien.

Zeer kenmerkend voor fibromyalgie zijn de zogenaamde “tender points”. Dit zijn nauwkeurig omschreven anatomische plaatsen, die bij fibromyalgiepatiënten “drukpijngevoelig” zijn. Bij het met de vinger drukken op deze plaatsen met een redelijke kracht, levert dat een pijnsensatie en pijnreactie op bij de patiënt.

Bij fibromyalgiepatiënten is er met bloedonderzoek of röntgenfoto’s niets dat wijst op een ziekteproces, abnormale slijtage of iets dergelijks, fibromyalgie is dus een uitsluitingsdiagnose, wanneer alle onderzoeken andere aandoeningen hebben uitgesloten.

Doorgaans ontstaan de klachten spontaan en verergeren ze geleidelijk aan, in de beleving van de patiënt. Ook in een later stadium is er niets dat wijst op een slijtageproces, ontstekingen of andere beschadigingen in het lichaam.

Fibromyalgie is bepaald geen zeldzaam syndroom. Volgens schattingen van onderzoekers wordt bij 5-15 % van de nieuwe patiënten op een reumatologische kliniek de diagnose fibromyalgie gesteld. Fibromyalgie komt het meest voor bij vrouwen (ongeveer 90 % van de patiënten is vrouw). Op echt jonge leeftijd komt fibromyalgie zelden voor; doorgaans ontstaan de klachten na het dertigste levensjaar, soms wat eerder.

Neurofeedback helpt de hersenen anders op situaties te reageren, waardoor signalen weer goed worden doorgegeven. Deze therapie wordt steeds vaker toegepast bij o.a. mensen met chronische vermoeidheid en fibromyalgie. De therapie is bij deze klachten gericht op de volgende punten:

  • Verbetering van concentratie
  • Verbetering van het slaappatroon
  • Vermindering van pijn
  • Afname van moeheid
  • Afname van hoofdpijn
  • Afname geheugenproblemen
  • Afname angst- en depressieve klachten
Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

ME (Myalgische Encefalomyelitis)

Patiënten ervaren een invaliderende, op inspanning volgende lichamelijke en mentale vermoeidheid, spierpijn, griepachtige malaise, abnormale uitputting die niet verdwijnt door slaap, en andere symptomen waaronder verlies van concentratie en korte-termijn-geheugen, slaapstoornissen, dyslexie, balansverstoring, gevoeligheid voor licht en lawaai alsook alcoholintolerantie, stemmingswisselingen, zicht- en maagproblemen – de symptomen wisselen en fluctueren.

De oorzaak is nog onduidelijk maar de aanvang is in veel gevallen gekoppeld aan een acute infectie of trauma, hoewel sommige patiënten een langzaam, sluipend begin ervaren. Er is enig bewijs voor een relatie met bepaalde veelvoorkomende virussen, waaronder hepatitis en Pfeiffer – fysieke en mentale stress kunnen de aandoening verergeren.

Chronisch Vermoeidheids Syndroom (CVS)

Het chronischevermoeidheidssyndroom (CVS) is een syndroomdiagnose die eind jaren 80 werd geïntroduceerd als werkdefinitie voor wetenschappelijk onderzoek naar Myalgische Encefalomyelitis. Het hoofdkenmerk van CVS is inspanningsintolerantie: een relatief geringe inspanning leidt tot uitputting, waarbij het herstel langer dan 24 uur duurt.

Bij CVS is er altijd sprake van de volgende symptomen:

  • Bij inspanning treden snel uitputtingsverschijnselen op, die na 24-48 uur nog niet over zijn.
  • Deze inspanningsintolerantie uit zich verder in klachten als malaise, pijn, krachtverlies en duizeligheid.
  • Diverse neurologische klachten komen voor zoals concentratie- en geheugenproblemen.

Neurofeedback is effectief tegen (chronische) vermoeidheid (CVS) en heeft een positieve invloed op je levensklimaat. De interactie tussen de hersenactiviteiten in de linker en rechter hersenhelft verbetert hiermee aanzienlijk. Hierdoor kunnen je hersenen informatie die via de zintuigen binnenkomt veel sneller en effectiever verwerken. De hersenen zijn daardoor tot veel meer in staat en zijn minder snel overbelast.

Na de neurofeedbackbehandeling voel je je energieker, heb je meer vitaliteit en kan je persoonlijk welbevinden aanzienlijk verbeteren. Je hebt dan minder moeite om mentale inspanningen te leveren en je bent gevoelsmatig en emotioneel veel stabieler en meer bewust van jezelf en je omgeving.

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

Angststoornissen

Wat is een angststoornis?

Er bestaan verschillende soorten angststoornissen. Het gemeenschappelijke kenmerk is dat er sprake is van angst. Angst is een gevoel dat optreedt bij dreigend gevaar. Sommige mensen zijn echter angstig zonder realistische aanleiding. Er sprake van een angststoornis als je door deze ongegronde angst niet goed functioneert in het dagelijks leven. Van alle Nederlanders heeft bijna 20% ooit last (gehad) van een angststoornis.

Gegeneraliseerde angststoornis

Mensen die constant angstig en bezorgd zijn over alledaagse dingen hebben een gegeneraliseerde angststoornis. Ze hebben moeite dit onder controle te houden. De gegeneraliseerde angststoornis lijkt veel op een depressie, maar een verschil is dat iemand met deze angststoornis last heeft van bijvoorbeeld zweten en hartkloppingen. Het verschil met andere angststoornissen is dat de angst constant aanwezig is en niet ontstaat door een bepaalde situatie. De gegeneraliseerde angststoornis begint meestal op latere leeftijd tussen de 50 en 60 jaar.

Paniek stoornis

Bij een paniekstoornis heeft iemand plotselinge paniekaanvallen. Mensen met een paniekstoornis krijgen onverwacht een grote angst, zonder dat daar een directe aanleiding voor is. Het gebeurt gewoon. Ze kunnen tegelijkertijd last krijgen van hartkloppingen, zweten, opvliegers, koude rillingen, trillen of duizeligheid. De helft van de mensen met een paniekstoornis heeft ook last van agorafobie. In dat geval vermijdt iemand bepaalde situaties, omdat hij bang is voor een nieuwe aanval.

Sociale fobie

Mensen met een sociale fobie zijn bang voor situaties waarin ze kritisch beoordeeld worden. Of ze zijn bang zichzelf belachelijk te maken. Ze hebben angst om bijvoorbeeld te gaan blozen, trillen of zweten. De angsten en het vermijden van sociale situaties belemmeren mensen sterk in het dagelijks leven.

Specifieke fobie

Bij een specifieke fobie heeft iemand een angst die overdreven en onlogisch is. De angst gaat niet weg en komt door een voorwerp of een situatie. Bijvoorbeeld vliegen, hoogte, dieren, injecties of bloed. Soms wordt iemand angstig bij alleen al de gedachte aan het voorwerp of de situatie.

Posttraumatische stress-stoornis en dwangstoornis

Deze 2 stoornissen vallen ook onder de noemer angststoornis. Een posttraumatische stress-stoornis is een hevige stressreactie op een schokkende gebeurtenis zie ook Posttraumatische stress-stoornis. Iemand met een dwangstoornis heeft last van steeds terugkerende dwanggedachten en/of dwanghandelingen zie dwangstoornis.
Bij angstpatronen zien wij een te hoge hersenactiviteit: de hersenen reageren alsof ze op de vlucht zijn. Dit patroon is bewust niet controleerbaar en kost ontzettend veel energie. Daarnaast heeft het vaak een negatieve invloed op je functioneren. Wanneer men vast komt te zitten in een dergelijk patroon nemen de angstige gevoelens toe. Steeds meer situaties brengen angst met zich mee en lopen minder succesvol af, vanwege de angst. Deze negatieve spiraal is moeilijk te doorbreken.

Middels neurofeedback wordt het probleem bij de bron aangepakt. De hersenen wordt geleerd om niet te reageren vanuit het angstpatroon, maar een ontspannen hersenactiviteit te vertonen.

Welke resultaten kunt u verwachten?

  • Meer rust in het hoofd en/of lichaam
  • Minder hoog stress niveau
  • Beter kunnen ontspannen
  • Minder angsten/paniek ervaren
  • Beter slapen

In plaats van overleven ga je weer leven!

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

Dwangstoornissen

Controleren of het gas uit is, de kleren netjes opruimen, alle rode auto’s tellen of voortdurend hetzelfde deuntje in je hoofd hebben, niemand die daar gek van opkijkt. En geen mens is verbaasd wanneer een kennis zegt nu geen tijd te hebben om gezellig te winkelen omdat de schoonmaak voor gaat. De ene persoon is wat schoner en opgeruimder dan de ander, maar iedereen heeft wel bepaalde vaste gewoonten of rituelen in huis.

Bij sommige mensen nemen deze gewoonten echter extreme vormen aan. Ze schrobben hun handen tot bloedens toe. Of ze gaan urenlang door totdat ze alle kleren precies recht opgevouwen hebben. Anderen moeten steeds weer terug naar huis om te controleren of de deur wel echt op slot is. Dan is het gewone dagelijkse ‘moeten’ een ongezonde dwang geworden. Die dwang kan zo ver gaan dat ze alle tijd opslokt en een normaal dagelijks functioneren onmogelijk maakt. Mensen die dit hebben, lijden aan een dwangstoornis, ook wel obsessief-compulsieve stoornis genoemd (vroeger dwangneurose).

De training richt zich op de specifieke gebieden in de hersenen die uit balans zijn. De dwangstoornis wordt daardoor bij de bron aangepakt, zodat het brein in zijn geheel weer uitgebalanceerd kan functioneren. De dwanggedachtes zullen afnemen, gemakkelijker losgelaten kunnen worden of zelfs helemaal verdwijnen.

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

Depressie

Meer dan een dip

Je hoort mensen vaak zeggen dat ze ‘even een dipje’ hebben. Daar kijkt niemand van op. Iedereen is wel eens somber of treurig. Zulke gevoelens kunnen opkomen na een tegenslag of ruzie, het verlies van een dierbaar iemand, of zomaar. Meestal trekt zo’n sombere bui vanzelf weg. Maar bij sommige mensen blijft deze stemming aanhouden. Ze hebben nergens meer zin in of belangstelling voor. Hun hele bestaan wordt beheerst door somberheid. Al schijnt de zon en bruist alles om hen heen van leven, het raakt hen niet. Ze missen de energie om iets te ondernemen en het lukt maar niet om minder somber te worden. Mensen die weken- tot maandenlang last houden van zo’n zwaarmoedige stemming lijden aan een depressie.

Depressie bij jongeren

Als de bui blijft hangen

Geen zin hebben in contact met vrienden of om uit te gaan, met slaande deuren weglopen, spijbelen en experimenteren met drank en drugs: het komt allemaal voor bij jongeren in de puberteit. Net als pessimisme en zwaarmoedigheid. Maar een jongere die langere tijd somber is of zich blíjft afzetten tegen de wereld, heeft mogelijk een depressie.

Neurofeedback heeft invloed op het onderliggende mechanisme (delta en theta golven) waarmee de hersenen de fysiologische waakzaamheid regelen. Dit betekent onder meer dat de slaap genormaliseerd wordt en dat daardoor het normale (niet depressieve) reactiepatroon wordt hersteld. De resultaten zijn opmerkelijk en na voldoende neurofeedback sessies blijvend. De behandeling met neurofeedback kan ervoor zorgen er minder vaak depressieve perioden zullen gaan optreden. Neurofeedback is effectief gebleken in gevallen waarbij een goede medicamenteuze behandeling niet mogelijk is gebleken of voor diegenen die om een of andere reden perse geen medicatie willen gebruiken.

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

Stress, overspannenheid en burn-out

Stress brengt het lichaam in staat van paraatheid: de polsslag versnelt, de spieren spannen zich en de ademhaling wordt sneller en dieper. Die spanning helpt een chauffeur bijvoorbeeld om snel op de rem te trappen als er plotseling een kind voor zijn auto schiet.

Stress stelt mensen in staat extra alert te reageren en geconcentreerd te werken aan een lastige klus of een moeilijk examen. Na afloop van zo’n gebeurtenis vloeit de spanning vanzelf weg.

Deze stress is niet ongezond. Het hoort bij het leven en komt bij iedereen voor. Maar sommige situaties leveren stress op zonder dat deze effectief te gebruiken is. Veel mensen raken bijvoorbeeld gestresst tijdens hun dagelijkse verblijf in de file. Mensen bouwen ook stress op wanneer de werkdruk constant te hoog is of er thuis voortdurend spanningen zijn door ziekte of ruzies. Die stress is niet meer gezond, maar veroorzaakt overbelasting en uitputting. In het ergste geval kan dit uitmonden in overspannenheid of burn-out.

Volwassenen met burnout of andere stress gerelateerde problemen, ervaren met neurofeedbacktraining weer energie en levenslust. Dit betekent vooral beter kunnen concentreren, grenzen afbakenen, in eigen kracht gaan staan, daadkracht, nieuwe plannen maken, gemotiveerd zijn, een beter geheugen, meer (zelf)vertrouwen, meer inzicht en overzicht over wat te doen thuis en/of op het werk. Ook ervaren ze minder of geen pijn en slapen ze beter, wat resulteert in meer rust en emotionele beheersing.

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

Posttraumatische stress-stoornis

Wat is een posttraumatische stress-stoornis?

Een posttraumatische stress-stoornis (PTSS) is een hevige stressreactie op een schokkende gebeurtenis. Na zo’n gebeurtenis verliezen mensen volledig de controle. Chronische stress, extra grote waakzaamheid en allerlei lichamelijke klachten zijn vaak het gevolg. Sommige mensen veranderen voorgoed door de schokkende gebeurtenis. Ze voelen zich snel bedreigd en trekken zich terug. Hierdoor verliezen ze de greep op hun dagelijkse leven.

PTSS is een angststoornis

Mensen met een posttraumatische stress-stoornis (PTSS) hebben een angststoornis. Na een traumatische gebeurtenis blijft hun angst constant bestaan. Hun geest en lijf blijven rekening houden met gevaar dat er niet meer is. Voorbeelden van gebeurtenissen waardoor PTSS kan ontstaan zijn:
  • oorlogsgeweld
  • natuurramp
  • vliegtuigongeluk
  • terroristische aanslag
  • aanranding of verkrachting
  • beroving met geweld.
  • Het verschil met andere stoornissen

Er is een belangrijk verschil met andere psychische stoornissen. Ook daar spelen negatieve levensgebeurtenissen vaak een rol, maar een posttraumatische stress-stoornis is altijd een direct gevolg van een trauma. En er is nog verschil met andere stoornissen. Mensen met PTTS vermijden niet het trauma zelf, maar de herinnering aan het trauma.

Posttraumatische stress-stoornis vaak chronisch

Een posttraumatische stress-stoornis kan heel lang doorwerken. Van de mensen die een PTSS kregen door de Tweede Wereldoorlog had 15 tot 25% het na 50 jaar nog steeds. Ook relatief veel jongvolwassenen hebben deze stoornis. Hoeveel mensen in Nederland PTSS hebben, is nooit gemeten.

De gebeurtenis heeft psychisch een diepe wond (=trauma) geslagen en roept zoveel stress op, dat het dagelijks leven erna (= post) ernstig is verstoord.

Bij angstpatronen zien wij een te hoge hersenactiviteit: de hersenen reageren alsof ze op de vlucht zijn. Dit patroon is bewust niet controleerbaar en kost ontzettend veel energie. Daarnaast heeft het vaak een negatieve invloed op je functioneren. Wanneer men vast komt te zitten in een dergelijk patroon nemen de angstige gevoelens toe. Steeds meer situaties brengen angst met zich mee en lopen minder succesvol af, vanwege de angst. Deze negatieve spiraal is moeilijk te doorbreken.

Middels neurofeedback wordt het probleem bij de bron aangepakt. De hersenen wordt geleerd om niet te reageren vanuit het angstpatroon, maar een ontspannen hersenactiviteit te vertonen.

Welke resultaten kunt u verwachten?

  • Meer rust in het hoofd en/of lichaam
  • Minder hoog stress niveau
  • Beter kunnen ontspannen
  • Minder angsten/paniek ervaren
  • Beter slapen

In plaats van overleven ga je weer leven!

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

Slaapstoornissen

Wat is slaap?

Slaap is een verlaging van het bewustzijn. Mensen reageren tijdens hun slaap niet meer op de dingen die om hen heen gebeuren. Slapen en waken worden gestuurd door een aangeboren ‘biologische klok’. Dit ritme van slapen en wakker zijn, valt meestal samen met de dag en nacht. Bij de meeste mensen duurt een periode waarin slapen en wakker zijn elkaar opvolgen zo’ n 24 tot 28 uur.

  • Verschillende stadia
    Tijdens de slaap doorloopt u ongeveer vier tot zes maal een verschillend stadium. In de eerste drie stadia ontspannen de spieren zich steeds meer en wordt de slaap steeds dieper.
  • Doezelperiode
    De slaap begint met de ‘doezelperiode’ waarin uw gedachten hun eigen weg gaan.
  • Sluimerslaap
    Daarna komt de ‘sluimerslaap’.
  • Deltaslaap
    De sluimerslaap gaat over in een nog diepere slaap (deltaslaap).
  • REM-slaap
    Ongeveer anderhalf uur na het inslapen, begint de REM-slaap (Rapid Eye Movements), ofwel de ‘droomslaap’. Deze slaap is lichter. De ogen bewegen snel heen en weer, de hartslag en de lichaamstemperatuur gaan omhoog. Wanneer u tijdens de droomslaap gewekt wordt, zult u meestal uw droom nog kunnen herinneren.

Waarom slapen we?

Een goede nachtrust is van belang voor de lichamelijke gezondheid. Slapen bevordert de weerstand. Dat betekent niet dat het schadelijk is om zo nu en dan een nacht kort of juist lang te slapen. Pas als u een lange tijd achter elkaar weinig of juist veel slaapt, kan dat invloed hebben op uw gezondheid.

Diepe slaap

Tijdens de slaap doorloopt u verschillende fasen, waaronder de diepe slaap en de droomslaap.
Tijdens de diepe slaap (deltaslaap) herstelt het lichaam zich van de geleverde inspanningen overdag. Tijdens deze slaapfase ontspannen de lichaamsspieren zich. De diepe slaap is belangrijk voor de lichaamsgroei en voor het zich goed ontwikkelen van de hersencellen. Goed slapen bevordert bijvoorbeeld het geheugen.

Droomslaap

Wanneer u droomt komen de gebeurtenissen, gedachten en emoties die overdag hebben plaatsgevonden in verschillende vormen naar boven. U beleeft ze dan op een andere manier opnieuw. Dromen zijn noodzakelijk om een emotioneel evenwicht te bewaren. Een langdurend tekort aan slaap beïnvloedt de stemming, het concentratievermogen en het prestatieniveau.

Heeft u last van een slaapprobleem of een slaapstoornis?

Veel mensen krijgen in hun leven te maken met slaapklachten. Ongeveer dertig procent van de mensen meldt wel eens slaapklachten bij hun huisarts. Slaapklachten hoeven niet altijd ernstig te zijn. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘slaapproblemen’ en ‘slaapstoornissen’SlaapprobleemAls de slaapklachten kortdurend zijn, naar verloop van tijd weer overgaan en de dagelijkse dingen nog gewoon gedaan kunnen worden, is sprake van een ‘slaapprobleem’.

Slaapproblemen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit moeite met inslapen, met als gevolg dufheid overdag. Ook kan sprake zijn van vroeg wakker worden of enge dromen hebben.
Soms lijkt het alsof u ’s nachts geen oog heeft dichtgedaan, maar in werkelijkheid heeft u meestal toch enkele uren geslapen.
Vaak hebben slaapproblemen te maken met gebeurtenissen in uw leven. U heeft bijvoorbeeld ruzie met iemand, u piekert ergens over of u bent erg druk met van alles.

Slaapstoornis

Pas als de slaapklachten langer dan drie à vier weken duren, kan dit wijzen op een ‘slaapstoornis’. Bij een slaapstoornis lijdt u duidelijk onder de klachten, of heeft u moeite met het uitvoeren van de dagelijkse bezigheden door de slaapklacht. Er bestaan verschillende slaapstoornissen. Deze worden hierna in het kort beschreven.

Welke slaapstoornissen bestaan er?

Slapeloosheid

Slapeloosheid wordt ook wel insomnia genoemd. Er is sprake van slapeloosheid als sinds drie à vier weken het inslapen moeilijk gaat, of als u verschillende keren per nacht wakker wordt.

Ook kan het zijn dat u geen uitgerust gevoel heeft na het slapen en dat u te vroeg wakker wordt. Overdag heeft u een vermoeid, duf of geïrriteerd gevoel, zodat u de dagelijkse bezigheden moeilijk of niet kunt uitvoeren.

Slapeloosheid kan samengaan met problemen in uw leven, zoals een moeilijke examenperiode of liefdesverdriet.
Als het probleem is opgelost kan de slapeloosheid vanzelf verdwijnen. Sommige mensen hebben last van een langdurige (chronische) slapeloosheid.

Overmatige slaperigheid

Overmatige slaperigheid wordt hypersomnia genoemd. De belangrijkste klacht is overmatige slaperigheid overdag, waarbij er toch lange nachten worden geslapen.
Het opstaan ’s morgens gaat moeizaam. U houdt een slaperig gevoel, waardoor de dagelijkse bezigheden moeilijk of niet zijn uit te voeren.

Als gevolg van de overmatige slaperigheid kan het voorkomen dat u op ongebruikelijke momenten in slaap valt. Het kan voorkomen dat periodes van overmatige slaperigheid afgewisseld worden door periodes van goed slapen.

Als u minstens drie à vier weken last heeft van deze klachten, dan wordt er van overmatige slapeloosheid (hypersomnia) gesproken.

Plotselinge slaapaanvallen

Plotselinge slaapaanvallen, ook wel narcolepsie genoemd, komen niet vaak voor. Ongeveer 20 tot 97 op de 100.000 mensen lijden hieraan.

Iemand met narcolepsie valt op ongelegen momenten plotseling in slaap. Dit kan gebeuren tijdens monotone bezigheden, zoals tijdens een saai lesuur. De slaapaanval duurt ongeveer tien minuten.

Als de verschijnselen minstens drie maanden lang voorkomen, dan is er sprake van narcolepsie.

Slaapstoornis als gevolg van een onregelmatig slaappatroon

Slapeloosheid (insomnia) of overmatige slaperigheid (hypersomnia) kan ontstaan door een onregelmatig slaapritme.

Als iemand vaak op onregelmatige tijden wakker is, door bijvoorbeeld ’s nachts te werken of uit te gaan, dan loopt het slaap- en waakritme niet gelijk aan dat van de dag en de nacht.
Er kunnen dan slaapklachten ontstaan. Bijvoorbeeld overmatige slaperigheid in de periode waarin u wakker moet zijn, of slapeloosheid als u juist wilt slapen.

Er kan een patroon ontstaan van steeds later kunnen inslapen en steeds later kunnen opstaan. De periode van gaan slapen en opstaan wordt steeds verder verlegd. Een jetlag ervaart u als u naar een plaats in de wereld vliegt waarmee een groot tijdsverschil bestaat. U voelt zich wakker of juist slaperig op de verkeerde momenten. Dit is vaak van voorbijgaande aard.

Slaapgebonden ademhalingsstoornis

De slaap kan ontregeld worden door achtereenvolgende ademstilstanden (slaapapneu). U stopt dan tot zestig seconden met ademen, waarna u naar adem snakt. Dit gaat gepaard met hard snurken. Deze ademhalingsstoornis kan weer overmatige slaperigheid of slapeloosheid veroorzaken.

Stoornissen tijdens de slaap

Parasomnieën zijn stoornissen tijdens de slaap, waarbij gedragingen die doorgaans overdag plaatsvinden, ’s nachts voorkomen. ‘Slaapwandelen’ en ‘nachtelijke paniek’ komen voor tijdens de diepe slaap (deltaslaap). Meestal herinnert u zich hier ’s ochtends weinig of niets van.

‘Nachtmerries’ komen voor in de droomslaap (REM-slaap) en worden als levensecht ervaren. Iemand die wakker wordt uit een nachtmerrie voelt zich vaak helder en angstig.

Het doel van de behandeling van slapeloosheid is om de duur en de kwaliteit van de slaap te herstellen. De mate waarin iemand ‘s nachts goed slaapt en overdag functioneert is bepalend voor het succes van de behandeling. De behandeling met neurofeedback is gericht op het wegnemen van de oorzaak van de slapeloosheid. De hersenritmen die normaal zorgen voor een goede nachtrust zijn bij mensen met slapeloosheid verstoord door chaos. Neurofeedback pakt de oorzaak aan en optimaliseert je Delta hersengolven. Innerlijke chaos heeft plaats gemaakt voor innerlijke rust.

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

Gilles de la Tourette

Het syndroom van Gilles de la Tourette is een verzameling verschijnselen in de vorm van ongecontroleerde spierbewegingen en het maken van geluiden (tics). Het syndroom is vernoemd naar de Franse neuroloog Georges Gilles de la Tourette. Mensen die hieraan lijden moeten hun tics wel uitvoeren; als ze stoppen geeft dat ze een onplezierig gevoel.

Ze proberen hun tics vaak te verhullen omdat ze zich er ook voor schamen. Als iemand bijvoorbeeld overdreven met zijn ogen knippert, zal hij dat maskeren door in zijn ogen te wrijven en dan met zijn ogen te knijpen.

De ervaring tot nu toe is dat recent ontstane tics makkelijker te behandelen zijn dan tics die gedurende langere tijd bestaan. In sommige gevallen is sprake van een vermindering van frequentie van de tics waardoor de lijdensdruk ten aanzien van de tics kan worden verminderd. Bij het syndroom van Gilles de la Tourette is daarnaast vaak sprake van comorbiditeit (het tegelijkertijd voorkomen) met andere stoornissen zoals bijvoorbeeld ADHD of gedragsstoornissen. Deze klachten kunnen ook met neurofeedback worden behandeld en daarmee kunnen, behalve de tics, het verdere gedrag- en gevoelsleven positief beïnvloed worden.

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport

Tics bij kinderen

Ongeveer één op elke vijf tot tien kinderen heeft last van tics, waarbij het bijvoorbeeld gaat om het maken van bewegingen (knipperen met de ogen, schopbewegingen maken) of geluiden. Meestal gaan deze tics vanzelf weer over, maar niet altijd. Men spreekt dan van een ticstoornis.

Als er vermoedens zijn van een ticstoornis, is het van belang om de diagnose helder te krijgen. Er is veel onbekendheid met ticstoornissen, ook onder hulpverleners, en het komt helaas nog steeds voor dat cliënten pas na een jarenlange zoektocht de diagnose ticstoornis te horen krijgen.
Erfelijke factoren spelen een belangrijke rol in het ontstaan van ticstoornissen. Wetenschappers hebben gevonden dat er bij ticstoornissen sprake is van een defect in de remmingen van de hersenen. Dit defect zorgt niet alleen voor de tics, maar ook voor druk en ongeremd gedrag.

De ervaring tot nu toe is dat recent ontstane tics makkelijker te behandelen zijn dan tics die gedurende langere tijd bestaan. In sommige gevallen is sprake van een vermindering van frequentie van de tics waardoor de lijdensdruk ten aanzien van de tics kan worden verminderd.

Waarom Neurofeedback?, NeuroSupport